Corona-Gasten #6

Dick.
Ach, Dick. Ik zag hem elke maandag, hij heeft dan nog weekend. Ik niet meer.
Ik zocht Dick thuis op, we zaten, en praten, en liepen even naar de rivier. Dick woont prachtig, in een klein huisje pal naast de IJssel. Achter z’n huis staat nog de oude palingrokerij. Dick kan je er alles over vertellen. Dick kan je trouwens sowieso van alles vertellen over Kampen. En dat doet ‘ie ook. Veel, en graag. Dick kan ook goed luisteren hoor. En lachen, kan ‘ie ook heel goed. Maar we hebben ook hele serieuze gesprekken. Over de wereld, en de wereld in ‘t klein, hier, in Kampen. Want pas op hoor, zoals Dick zelf zegt ‘ik doe wel gek, maar ik ben niet gek!’ .

(Begin mei ben ik begonnen met een projectje. Ik sta nog altijd achter de bar in ‘t Kroegje. Een klein bruin cafeetje in Kampen. Ik vroeg me af hoe het met iedereen zou zijn. Met al die mensen die lief en leed delen aan de bar, maar daarbuiten elkaar vaker niet dan wel spreken. Ik spreek ze ook nauwelijks meer. Dus ben ik ze op gaan zoeken! Iedere geportretteerde mag zeggen naar wie zij benieuwd zijn, en dan ga ik daarheen. En zo kunnen we toch even zien hoe ‘t nou is met iedereen.)

 

G-JSBS23SS5D